Prehistorische beenderen overgedragen

Bij zandwinning in de Grasplas werden in 1979 prehistorische beenderen (± 20.000 v. Chr.) van reuzehert, steppe-wisent en paard gevonden. Deze zijn door de fam. Graaskamp overgedragen aan Oud Vorden en kunnen tijdens de maandelijkse openstelling van het Archief bekeken worden.

De overdracht kwam door bemiddeling van Joop van Druten tot stand, die van mening is dat een dergelijke waardevolle vondst een bredere publieke belangstelling verdient.

In Contact van 26 juli 1979 staat over deze vondst het volgende:

Zeldzame vondsten bij zandafgraving in Vorden
Beenderen van reuzehert, Steppe-wisent en paard uit pre-historische periode ± 20.000 voor Christus

Bij zandafgravingen ten behoeve van een wegenbouwbedrijf is onlangs een unieke verzameling oude beenderen van dieren uit de pre-historische periode naar boven gekomen. De vondsten werden gedaan door de fa. Dostal, die uit een enkele hectaren groot terrein, toebehorend aan de heer H. Graaskamp, kiezelzand en grint opzuigt met behulp van een in een grote plas gelegen zandzuiger. De botten bleven vastzitten voor de zuiger mond, terwijl een aantal kleinere exemplaren al waren "uitgespuwd" op het terrein, waar het zand wordt opgespoten. Het zijn onder meer beenderen van het reeds lang uitgestorven reuzenhert, een paard, een jong rendier en de zogenaamde Steppe-wisent ook wel Europese Bison genoemd.

De vondsten zijn eerst nu bekend gemaakt omdat men zekerheid wilde hebben omtrent de afkomst en oudheid en daartoe de medewerking inriep van deskundigen. De heer Graaskamp bracht de hele verzameling naar het Stedelijk Museum te Zutphen. De conservatrice van het Stedelijk Museum mej. drs. D. Cannegieter, die ook als zodanig verbonden is aan het museum "De Wildeman", beschouwde een en ander als zeer zeldzaam. Zij was ervan overtuigd dat het uit de perdiode van ± 20.000 jaar voor Chr. moest zijn, maar riep op haar beurt de medewerking in van het Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie afd. Fossielen te Leiden.
De specialist op dit gebied, dr. Kortenbout van der Sluis kon de verzameling practisch direct thuisbrengen. Dank zij de tamelijk verbleekte kleur en de hardheid constateerde hij dat het hier beenderen betroffen van de Steppe-wisent en het reuzehert. Onder meer werden gevonden het schouderblad, een opperarmbeen, enkele wervels en een spaakbeen/ellepijp van de Steppe-wisent. Deze is practisch uitgestorven: naar verluidt zouden er in Polen nog een aantal exemplaren leven. Van het reeds lang uitgestorven reuzehert vond men nog een bijzonder gave bovenkaak met enkele tanden, terwijl voorts een middenshandsbeen van een jong rendier en het scheenbeen van een paard uit de aarde werden opgezogen.

De heer Henk Graaskamp over de unieke vondsten: "Alles wijst er op dat het dieren betreft, die altijd op de vlakten/ steppe hebben geleefd. Dat klopt ook wel omdat het terrein waar de verzameling op een diepte van ca. 6 meter is opgezogen niet ver verwijderd ligt van de Vordense of Baakse Beek. Het is vroeger natuurlijk een soort laagvlakte geweest. Ik veronderstel dat er nog wel meer beenderen zullen liggen", aldus Graaskamp. "Een kennis van mij die duiker is heeft al enkele uren in het zandgat gezeten, maar het was er aardedonker en hij moest op de tast proberen wat te vinden. Het is veenachtige grond en de kans is niet uitgesloten dat er nog meer ligt vastgezogen". De mogelijkheid is niet uitgesloten dat het Stedelijk Museum naderhand deze verzameling tentoon kan stellen. Voorlopig blijft de heer Graaskamp, die zelf zeer geïnteresseerd is, eigenaar en wel hij proberen nog meerdere en mogelijk grotere exemplaren aan zijn vondst toe te voegen.