Beschrijving
Johan Eggink (1920-1984) had een autosloperij aan de Zutphenseweg 87. In zekere zin was hij een bekend Vordenaar. Zijn bijnaam in de volksmond was "De Rus", die hij te danken had aan zijn verblijf in Rusland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens een verblijf bij café Bloemendaal aan de Stationsweg werd hem een formulier onder de neus geduwd, dat hij "in een dronken bui" ondertekende en wat inhield dat hij zich vrijwillig meldde voor werk in Duitsland voor de OT (Organisation Todt, oftewel "de Todt". In de Duitse tijd ontmoette hij enkele Franse krijgsgevangenen die hij op een of andere manier hielp met onderduiken. Dit werd ontdekt en als straf werd hij in een soort strafbataljon naar Rusland gestuiurd om daar tegen de 'Bolsjewieken' te vechten. Johan raakte daar gewond (hij moest een deel van zijn rechter arm missen en zijn rechter been werd getroffen door granaatscherven die zorgden voor voortdurende ontstekeningen). Teruggekeerd in Nederland begon hij een autosloperij omdat hij er niets voor voelde om boer te worden. Johan bleef ongetrouwd en woonde jaren samen met zijn moeder op 't Kleine Stroo, Zutphenseweg 87. Na enige tijd op het P.W. Janssenziekenhuis in Almen verpleegd te zijn, overleed hij in 1984. Informatie en foto van T. Tuenter.