Vorden in de jaren 1794 - 1796
Door Dr. H.J. Leloux te Oosterbeek
Het laatste kwart van de achttiende eeuw is bekend als de tijd der Patriotten. In deze door politieke en maatschappelijke twisten gekenmerkte decenniën werden ook onze gewesten in beroering gebracht, zoals in het onlangs uitgekomen deel II van de Geschiedenis van Gelderland uitvoerig geschilderd wordt 1.
Ooggetuigenverslagen en dagboeken uit die tijd brengen ons in direkt kontakt met dat, wat de mensen in die moeilijke tijden moesten meemaken 2.
In het Zutphens gemeentearchief berust een klein ongefoliëerd, ongepagineerd geschriftje, zonder signatuur, dat door een tijdgenoot is samengesteld en dat onder de naam 'dagboekje 1781-1795 van een inwoner van Vorden' bekend is. Voor zover ons bekend werd er nog niet eerder de aandacht op gevestigd. Het blauw gekafte deeltje meet 9,5 bij 15,5 cm; enige bladzijden van het 15 vel tellende werkje zijn niet beschreven. Op de achterkant staan de woorden: Anotitie van eenige gepredikte schriftuurtexten, primo 1792. Daarna volgen enige onleesbare letters. In dit boekje heeft een onbekende dorpsbewoner kort aangetekend, wat er in de jaren 1781-1796 in den lande in de grote politiek heeft plaatsgevonden. Uit de beruchte winter van 1794/95, toen in de Noordelijke Nederlanden het eigen Staatse leger, gesteund door een Engels, Hanovers en keizerlijk Oostenrijks hulpcorps slag leverde met de opdringende Fransen, geeft hij een chronologisch verslag van dat, wat hij in Vorden uit eigen ervaring of aanschouwing meemaakt en ziet, of van horen zeggen weet. Het zijn geen belangrijke zaken, die hij te vertellen heeft. Hij is geen getuige van grote wapenfeiten, die de loop der geschiedenis beheersen, hij behoort ook niet tot die groep van mensen, door wier beslissingen het wel en wee van hele volkeren bepaald worden. Wat hij te zeggen heeft, is in het grote geheel onbelangrijk, misschien wel onbenullig. Voor de betrokkene echter was het allemaal wel zo belangrijk, dat hij het nodig vond de opgedane indrukken, zijn gevoelens en gedachten van toen te boek te stellen. Hij maakt gewag van de maatregelen, die de dorpsbewoners in deze onrustige tijd bij het doortrekken van veel vreemde troepen menen te moeten nemen. Wij vernemen van zijn angst voor inkwartiering en van de ongemakken, die deze voor de inwoners met zich mee brengt. We lezen, dat de boeren geprest worden om als gids of als vrachtvoerder met de vreemdelingen mee te gaan. In de verte horen we het gerommel van het geschut; waar het vandaan komt, is niet altijd duidelijk. In het schriftje menen we een sfeer te proeven, die velen zich nog wel zullen kunnen herinneren uit de laatste maanden van de jongste oorlog.
Uit de pretentieloze vorm, waarin het werkje is gegoten, menen we te mogen opmaken, dat de schrijver het wel niet voor anderen zal hebben geschreven. We krijgen de indruk, dat hij het heeft opgetekend voor zich zelf, om zich later nog eens voor de geest te kunnen halen, wat er in die jaren in het dorp is gebeurd. Dit verklaart wellicht het feit, dat aan de uiterlijke vorm zo weinig aandacht is besteed. Daardoor is het schrift soms slecht of helemaal niet te lezen, daardoor de schrijffouten, de doorhalingen en afkortingen. Bij de spelling van de geografische namen is hij niet altijd even korrekt; een moeilijk woord als bijvoorbeeld coup du main behoort kennelijk niet tot zijn dagelijkse woordenschat. Wat hij later bij geruchten hoort, last hij eenvoudig in, zodat de chronologische volgorde niet altijd klopt. Als hem blijkt dat, wat hij gehoord en al opgeschreven heeft, niet juist is, of als hij al schrijvende zich iets niet meer goed kan herinneren, streept hij het eenvoudig door.
De vorm is dus even bescheiden en ongekunsteld als de inhoud. Juist hierdoor is het werkje een echt 'document humain'. een voorbeeld van 'petite histoire' op zijn best. Wie de schrijver is, is uit het boekje niet op te maken 3. Zijn politieke overtuiging lijkt echter bij de Partriotten te liggen. Dit kan men zien aan zijn voorkeur voor de Fransen, die af en toe blijkt.
Onderstaand geven we de tekst weer, zoals we hem hebben aangetroffen. Een paar woorden, die doorgestreept en onleesbaar zijn, hebben we weggelaten. Waar nodig werden de afkortingen opgelost. Ook hebben we hier en daar een leesteken geplaatst en hoofdletters aangewend. Verder bleef de tekst intakt. Van enige namen trachten we een verklaring te geven. Voor de achtergrond van de hier beschreven gebeurtenissen mogen we verwijzen naar eerder genoemd werk en naar de bibliografie daar opgegeven.
Tekst:
1781 onze land met Engeland in een oorlog gewikkeld. Door de onze gevoert met verraad en bedrog. Waarover veel mesnoegen in ons land is ontstaan.
1784,5,86 alhier een geest van patriottismus.
1787 in augustus en september door oproer en ondersteuning van de Pruissen en Patriotten ten onder gebragt.
88-89 in Frankrijk gewerkt 4 en uitgebroken tot een algemeen Patriottismus; de koning gevlugt.
27 september 94 hier een wagt opgerigt, 3 snagt van 11 tot smorgens 4 uren, ieder uur roepen het gehele dorp door, bij beurten omgaande.
1794 den 16 september de Engelsche armie - - - 5 verslagen, geretireert tot in de Betuwe.
23 do (= dito) in Zutphen de grootste verwarring. De cantoren gesloten om de lands cassen te veranderen.
26 te Zutphen Engelsche Troupen. Eigentlijk Franse Emigranten.
2 October weer vreemd volk voor de lange brug, maar niet in willen hebben. Savonds hier de tijding, dat er morgen 1000 Engelschen te Steenderen zouden komen. Andere zeggen er al te wezen. Alles in confusie; zij zijn er gekomen.
Den 11 of 12 October. Door de Franschen 's Hertogenbosch bij capitulatien ingenomen.Nu de Engelsche armé bij Emmerik om de Franschen het overtrekken van de Rhijn te beletten. De Engelschen maken het overal schandelijk, vooral in de Betuwe en waar ze komen. Er word meer voor gevreezt als voor de Franschen.
11 October hier horen schieten. Het zelve is geweest aan de Rijnkant. waar de Franschen een brug over de Rhijn hadden gemaakt, welke de Hollandsche en Engelsche hebben stukkend geschoten en eenige Franschen gevangen genomen.
21 do Savonds tijding hier gebillietter zoude worden. Hanoverse Troupen.
19 October Zondagavond hier te Vorden geweest 5 Franse Emigranten in Engelschen dienst, te Zutphen en onder Warnsveld geinquartierd en 1 vrouw. Hier aan Mellinks huis 2 fles genever gedronken en aan de Stege een stuk spek mede genomen.
21 October het gerugt dat de Graaf over is aan de Fransen. welke voor Nijmegen zouden zijn. Alles confus. Naderhand gebleken onwaar te zijn. Te Aalten 900 man Franse krijgsgevangen in de kerk van Wezel getransporteerd. 160 man die haar bewaard 6.
Den 22 October snademiddags tot savonds 1/26 uuren zelfs op allersterkste wijze hier te Vorden horen canonneren; men zegt dat het op de Schenkenschans is geweest. Een ieder verbergt zijn goederen op geheime plaatsen.
Den 22 October te Hengelo Hanoversche Troepes geinquartiert. Cavelerij; tot mu (!) toe hier nog geen inquartiering, dog alle dagen verwagtende.
27 de 6 man Quartiermakers hier gearriveerd om quartieren te maken voor 100 man en 150 paarden. Van Zutphen order gehaalt dat zij na Roderlo moesten vertrekken.
29 October hier te Vorden een commando Ruiters van Tuill 7, 18 man, ingequartiert, om voor alle strooperijen te waken; alle dagen na alle kanten van het dorp gepatrouilleert. Deze week dagelijks vreesselijk met het canon horen schieten hier. Zondag den 2 Nov. zeer sterk en snagts het ligt van de bommen aan de lugt hier gezien. Maandag weer sterk geschoten. Deze geheele week zo sterk geschoten, dat de glazen zelfs dreunden, nagt en dag tot den 8 Nov., te weten op Nijmegen, wanneer des nagts van vrijdag op Zaturdag aan de Franschen overgegaan.
Den 1lde Nov. de commando van Tuil weder vertrokken van hier. En à dato weder het 1de Escadron van Tuil hier ingequartiert. Venlo, Mastricht zouden ook aan de Franschen zijn. Nu zouden de Fransen voor Wezel zijn.
20 November zeden eenigen tijd zeer stil.
16. Zondag om 1 uur order aan het volk van Tuil om een commando van 27 man na Borculo te zenden.
18de te Zutphen aan de wallen aan het werk. Ieder, het Scholtamt 300 man, district moet daartoe de gerequireerde manschappen leveren tegens een gulden daags, ieder man met deschop en met paard en kar 2 gl. De nodige manschappen zijn vrijwillig in menigte opgekomen. De Warnsveldse kerk ingerichtend (!) tot quartier voor die werkluiden, zo dat daar geen Godsdienst meer geoeffend word.
Den 21 November des vrijdags voordemiddags om 10 uur even voor de bidstonde is alhier op Zutphen doorgetrokken een trein Bagasie van de Hanoversche arméé, dat bijna een uur aan een stuk geduurd heeft.
Den 1 dec. 8 in Wiersche Linde en Mossel 163 man Hanoversche Troepes geinquartiert; niet gekomen 9.
Den 3 december weer sterk met het canon geschoten. Aan de Rhijnkant, waar de Fransen verscheiden pogingen doen om te passeren, dog telkens weder afgeslagen.
Den 26 december snagts om 12 a 1 uur zijn er 30 wagens, ieder met 4 paarden bespannen, hier te Vorden geprest om van Doesburg meel te transporteren, waarvan er 10 met Brood 2maal agtereen na Emmerik hebben moeten varen en zijn dingsdagavond den 30 Dec. hier weder gekomen. Dovrige zijn met meel na Dorssen 10 op bevel van Suideras 11 ; daar zijn ze weder verder geprest tot Duisburg en Mullem 12 en zijn deze vrijdags snags weer gekomen. De 2 januari 1795 drie dagen malkanderen, savoir le 23, 24, 25 december, 15 wagens iedere dag hier gepasseert. Snags hier ingekwart. Komende agter in de Graafschap ook na Doesburg etcetera. Vervolgens 13.
Den 25 Jan.
18 Jan. de Commandant van de Engelschen Bromwiel 14 gnt., de bij de mulder in quartier was, was een slegte.
1795 den 17 Januarij. De Fransen Arnhem bij Cup du latin(!) ingenomen.
Den 18de. Een verbaasde retraite van de geallierden. Zondags smorgens om 3 uuren worden wij gewekt om een bed voor een officier klaar te maken. Wij gingen aan het werk om alle zaken te redden en te bergen; alles was in oproer in dorp. De quartierm. van de Hanov. Artellerie maakten quartier. Smorgens wierd nog gepredikt. Om 12 uur kregen wij den officier met zijn knegt. Om 1 uur weer andere quartiermakers, die verwezen werden na Roderlo. Dan quamen Engelse quartiermakers. Ondertussen ook de Hanov. Artellerie en Bagazie binnen, dat wel een groot hal (!) uur duurde, eer dezelven trein binnen was. De canonniers inquartierden zig zelfs. Bij den mulder 3 man. Om van de Eng. bevrijd te blijven, terwijl zijn vrouw grof zwanger was. Zo quamen de Engelsen binnen, 400 man 20 officieren, die haar intrek nam bij de mulder. Dog de Hanov. wilde zulks met geweld beletten. Dat verwekte een hevige strubbeling; dog de Engelsen kregen de overhand. Zij maakten zig meester van het geheele huis, zo dat de vrouw moeste vlugten, die snags aan ons huis sliep. 2 Schildwagten wierden er voor de deur geplaats (!); ook 2 kanonnen. Wel een groot quartier lang mogt niemand in het huis komen. Den oversten hadden zij op de kamer; 3 Vuuren, die niet klein waren, wierden er in het huis gestookt en een daar buiten in den hof. 'sAnderen smorgens vertrokken zij weder tot onze grote blijdschap. Op de dele slagten zij schapen; zij hebben ook verscheiden dingen medegenomen. Van den Do. Colenbrander 15 1 ham, waar de generaal te huis was, en overal hebben zij gerooft. Er zijn er, die er 40 in huis hebben gehad. Thoen de Engelsen quamen kreeg het Battallion van Tuil direct ordre om te marscheren. Die ook aanstonds vertrokken.
Maandag den 19 Jan. vertrokken de Engelsen op Lochem. 3 Regimenten trokken voorbij ons huis, nevens de Hanoversche Artellerie. Dat trekken duurde tot even na de middag continueel, wanneer het wat minder wierd, zo dat een ieder in schrik en vreeze was.
Dinsdag den 20 de was het redelijk stil tot sachtermiddags, thoen er verscheiden Hanoversche quartiermakers kwamen. Woensdag quam hier het 2 Regiment Cavallerie, dat in het dorp, Veltwijk, Mossel en een weinig in Delden, de ovrigen in Laethem geplaats (!) wierd, in Linde en een gedeelte onder Hengel, de garden te paarden; onder huis Hakfort waren een grandier regiment ingevallen. Bij den dominé was het Piquet van de Ruiterij, 20 man, in de schuur; keuken en de paarden in de schuur. Op den Dijk en op de Zutphense weg stonden schildwagten te paard.
NB 19 Jan. De Engelschen hadden rondom het dorp, overal tot bij Wachelen, Norden, Zelst 16 in den Enk en overal schildwagten staan, zo dat niemand savonds uit het dorp heeft kunnen komen. Bij de Brug een kanon en een schildwagt met een brandende lont; overal stokten zij buiten vuuren, zo dat men vreesde dat het dorp in Brand zou steken. Wij wierden van die Bondgenoten bevrijd door middel van den Hanoversche officier, dat een braaf man was, eenen …17; 20 het Engelsche hoofdkwartier te Lochem.
Den 19. Jan. is te Amsterdam een Revollutien door de Burgers bewerkt. 20 Zijn de Fransen binnen gelaten.
21, 22 tamelijk stil. Den 23 do savonds om 8 uuren kregen wij bij onze 2 Hanov. Ruiters nog 1 man van de Hanov. Artellerie, die weder terug kwam ten getalle van 100 man met kanon en Bagazie, die den 24 weder vertrokken.
Den 25 do kwam de tijding, dat de Fransen een goed gedeelte van Holland hadden ingenomen, te weten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leiden, den Haag etcetera. De 26 stil.
27 do kregen de Han. Cav. ordre smorgens om 10 uuren te marscheren, wanneer zij ook vertrokken ... do 18 ontslagen een wagen, die zaad bragt aan de moolen, geprest dog door goede voorspraak gelukkig ontslagen. Om 11 uuren kwamen quartiermakers van het Regiment Garde te voet van Prins Adolf Hanoversch., ten getalle van ongeveer 1000 man. Welke ook 2 uur daarna kwamen. In die tussentijd wierden de Billetten gemaakt in dorp, Veltwijk, in Mossel tot aan den Voort, een gedeelte van Delden, zo dat de meesten 20 man in huis hadden. Op Vorden het Huis Prins Adolf, zoon van den Koning van Engeland. Op de Wheem Pr. Swartsbourg. Zij bleven tot den 30 Jan., wanneer dezelve weer vertrokken om 10 uuren. Den 28 Jan. kwam mijn zuster vr. Mellink snags om 1 uur in de kraam van een jonge dogter. Terwijl zij 2 officiers en 2 knegs in huis hadden.
Zaturdag den 31 Januarij in een genoeglijke rust afgelopen tot savonds 7 uuren, wanneer verscheiden quartiermakers kwamen in Mossel en Wierse voor 300 man Caval. Han. 4 regimenten. in Dorp, Veltwijk, 400 man Infant. van het ... 19 Regiment Han. Den 1 Februarij zijn ze niet gekomen, zo dat dezen dag in rust is afgelopen. Behalven dat wij in Linde 200 man Cavallerie Han. hebben gebillietteerd. Het word verzekerd dat de Fransen in het Welle 20 bij Deventer zijn zouden. Wij verlangen dat wij eens haast uit onze bekommering verlost zullen worden, maar men vreest nog zeer voor Keyserlijke Troepes, die ons zeer beginnen te naderen en die het ook op andere plaatsen slegt maken.
Den 2 Februarij smorgens al vroeg trokken hier verscheiden Hanov. troepes sucsesivelijk door het dorp, verzeld met een grooten trein van Bagasie, Cavallerie en 1 Infanterie. Om 10 uuren kwamen de infanterie van 5 en 6 Regimenten 4 compagnien. Om 11 uuren een Troep jagers, die Jan Enserink dwongen om mede te gaan na Roderlo. Hij wilde haar een gids van den onderregter bezorgen, die altijd een man of 10 klaar heeft zitten dienende tot een wagt voor molest en tot wegwijzeren. Maar zulks niet batende, wilde hij de schoenen aantrekken, maar wiert bij de haren uit het huis gesleept. Het glas ingeslagen en hem op een Barbaarse wijze geslagen, zodat hij met de klompen aan moest mede.
Sagtermiddags waren onder Hakfort eenige Emigranten Choiseul Huzaren 21 gekomen. die bij Bosman begonden te plonderen, dat op verzoek van den onderrechter door een Commando Grenadieren uit het dorp wierd gestuit. Den 3 Februarij zijn de Hanov. weder vertrokken. om 7 uuren. Om 9 uuren trok het Corps Huzaren van Choiseul hier door op Lochem, dat gerenommeerd is wegens haare plunderingen en geweldadigheden, vooral op de Veluwe, zodat wij wederom in vreeze waren.
Gisterenavond is Tjoonk wedergekomen van agter Bentheim. Zijn wagen en 2 paarden agtergelaten; en Hietbrink en kar en paard 22.
Het pressen van de boeren met wagen en paarden is zedirt eenigen tijdv erbazend. Zij worden maar zo uit de Huizen gehaald met wagen en paarden mede genomen,dat ze soms in 8,14 dagen niet wederkomen en dan de paarden quit of kapot, zoo dat de boeren nu behandelt worden als slaven.Voor 't ovrige liep deze dag in stilte af. Savond trokhet gehele dorp op de wagt. Uit ieder huis 1 man. In de school het wagthuis.Op ieder uitweg van het dorp een post van 2 man uitgezet,om voor alle strooperijen aftekerenen in zoeen cas aan de Hooftwagt kennis te geven;dog niets gepasseert.
4 do zeerstil. wel enige keijzerlijken passeerden er, dog dorsten niets ondernemen. Savonds weer wagt gehouden.
do 4 Febr. woensdag Stroman en L.E.Mellink na Zutphen geweest,die ons rapporteerden, dat door de Burgers, welke de wapenen, die erin 1787 zijn afgenomen, met force weder van het stadhuis hebben gehaald, en een Revollutie veroorzaakt. De Regering afgezet; een vrijheidsboom geplant.
Voorm. de Fransen de Stad opgeeist. Savond om. . 23 uuren,doe de burgers alles in orde hadden binnen getrokken.Ongev. 1500 man.
Donderdag den 5 Februarij kwam hier een keizerlijke patrouille van 9 man van Hengelo, alwaar de zelven op een geweldadige wijze geplondert en de mensen mishandelt hebben, om 8 uuren in ons dorp,die Arent Lindeboom, wonende bij H. Wesselink op de Heuven, najoegeene (!) hem zonder iette zegge verscheiden slagen met de pallasgaf en hem dreigdende Kop in te hakken. Dog Arent de pallas greep en hem afnam, vlugtende bij de ww. Minderman in huis, alwaar zij hem volgden en begonden te plonderen. Aanstonds quam er allarm. De klok wierd verscheiden pozen geluid. Waarop geheele dorp en Boeren met gavels, grepen en Geweeren opkwam om dezelven afteweren Zij begonden te vrezen en verzogten om een gids en om de afgenomen sabel, en niet op haar te schieten. Maar zulks wierd gewegerd en dat zig maar gaauw moesten verpakken. Zij dreigden ons met veelvolk te komen van Hengelo, waar zij 2000 man hadden leggen. Haar wierd geantwoord, dat wij niet vreesden en dat maar spoedig mars.Waarop zij afdeinsden en wij haar volgden. Zo aanstonds kwam er een Franse patrouille tot onze bijstand,diemet veel gejuich ontfangen wierd, die met onze gewapende manschap de keizerlijken agtervolgden tot in het veld. Dog ze a lte ver waren. Maar te Hengelo komende waar dat gespuis thoen nog aan het plonderen was, in allerijl ten getalle van ongeveer 200 man ging vlugten. De Fransen trokken dadelijk weer van hier.
Sagtermiddagsom12 uuren kwam er een Commando op ons verzoek van de vrije Fransen van 50 man tot onze bijstand.
Vrijd.6 Febr. niet gepasseerd.
Zat.7 Febr. Om 7 uuren smorgens kwam hier een Franse patrouille van 5 man
Om 10 uuren een do van 9 man.
Eenige dagen geen Fransen tot de 23.
23 snademiddags om 1 uur kwam hier 40 man Huzaren. 5 uur 200 Carmioolen 24
25 de Vrijheidsb. geplant, en verscheiden requisiten van Haver, hooij en stroo wierden geeist en ook geleverd.
28 vertrokken zij smorgens. Alles ... 25
3 maart van hier na den landdag L Mellink en L. Eishof.
4 maart zijn hier gekomen 250 man Franse Cavallerie en 800 man Infanterie, voor de Cavallerie Requisiten van Haver, Hooij en Stroo
6 (maart) 15 beesten.
7 maart weder vertrokken. De huzaren na Diepenheim, en de Infanterie na Geesteren. Sagtermiddags weer Infanterie hier gekomen. 700 man. 7 weder vertrokken.
20 maart 20 beesten Borculo.
24 maart 10 te Deutichem. B ... 26
16 Maij tussen de Fransen en Hollandsche Republiques vrede, vriendschap: of en defensie Alliantie Tractaat gesloten; eewigdurende 17 en 18 maart met het canon hier horen schieten. Rejouisance.
1795 Le 9 decembre Les Republicains sont abbatu par les Autrichiens au coté du Rhin.
den 5 februarij hier gejouisseerd met fusil. Verjaring van het ontzet door Fransen.
1 P. J. Meij e.a. Geschiedenis van Gelderland 1492-1795, Zutphen 1975, blz. 293-515 en de daar aangehaalde literatuur.
2 Dagboek van predikant .J. G. Kist over Zaltbommel, Bijdr. en Med. Gelre VIII (1905) blz. 451-501 (publ. van G. J. F. Mes); van H. J. Lotichius over het beleg van Nijmegen id. XXII (1919) (publ. van H. D. J. van Schevichaven); Mr. Gerrit Wichterlink, Oorlogsberigten uit Gelderland, id. XVI (1913) (publ. van F. A. Hoefer); verder A. G. Pikkemaats Bataafse Vrijheid in Nijmegen (1794/95), diss. Nijmegen 1963.
3 Uit de op de kaft geschreven woorden kan men opmaken, dat het boekje oorspronkelijk voor aantekeningen omtrent in de preek gebruikte teksten bestemd was. Dit voert ons in kringen. die nauw met godsdienst en kerk verbonden waren. Was de bezitter, en mogelijk ook schrijver van het boekje, lid van de Vordense kerkeraad? Is het toeval, dat in het jaar 1792, dat op het boekje vermeld staat, ook de nieuwe dominee Colenbrander zijn amt aanvaard had? Wellicht zou een meer genealogisch gericht onderzoek naar de identiteit van leden van deze raad meer bijzonderheden omtrent de schrijver kunnen opleveren. Een zelfde onderzoek, dat uiteraard buiten het kader van deze mededeling van dagboeknotities valt, zou ook over de andere in het boekje genoemde personen kunnen plaats vinden, bijvoorbeeld aan de hand van de doop- trouw- en begrafenisboeken. Voor vorsers naar genealogiën van Vordense families wellicht een interessant jachtterrein.
4 Mogen we hieruit concluderen, dat de schrijver in Frankrijk geweest is?
5 Plaatsnaam ontbreekt
6 te Aalten - - - bewaard' doorgestreept
7 Het regiment cavallerie van Tuil was in Staatse dienst
8 Slecht leesbaar
9 Den - - - gekomen' doorgestreept
10 Waarschijnlijk het Duitse Dorsten
11 Waarschijnlijk A. R. van Heeckeren tot Suyderas, o. a. prinsgezind president van Gedeputeerde Staten van de Graafschap
12 Waarschijnlijk Mülheim a.d. Ruhr
13 Volgt onbeschreven stuk
14 Bromwiel als naam van een Engelse Generaal niet te vinden in F.M.A. Sabron, De oorlog van 1794-95 op het grondgebied van de Republiek der Ver. Nederlanden. 2 dln. Breda 1891-1893. Is hier wellicht sprake van een verbastering van de naam van Abercromby, die wel voorkomt? Over de terugtocht van de Engelsen en andere vreemde troepen vgl. Sabron, II blz. 198 vlgg.
15 Vanaf 1792 predikant te Vorden
16 Wakkeling. Norden en de Zelst zijn boerderijen onder Vorden
17Onleesbaar
18Niet ingevuld
19 Onleesbaar
20Waarschijnlijk Twello op de Veluwerand
21Deze waren in Engelse dienst
22Later tussen de regels bijgeschreven
23Niet ingevuld
24Fransen
25Onleesbaar
26id.